Een elektrische fiets combineert jouw eigen kracht met de kracht van een elektromotor. Deze motor ondersteunt je tot ongeveer 25 kilometer per uur of bij een speed pedelec tot 45 kilometer per uur. De elektriciteit voor dat 'duwtje in de rug' komt uit de accu, die zich in de achterdrager, op of in het frame bevindt. De motor van een e-bike zit in het midden van de fiets of in het voorwiel. Slimme sensoren meten je snelheid, je trapkracht of de rotatie van je pedalen. En gebruiken deze gegevens om de juiste elektrische ondersteuning te geven. 

Een e-bike bedien je heel eenvoudig vanaf het stuur. Daar kies je bijvoorbeeld het niveau van de ondersteuning. Op het display kun je van alles aflezen. Hoe hard je fietst bijvoorbeeld, of hoeveel kilometer je nog met ondersteuning kunt fietsen.

Het vermogen van de motor van een e-bike bepaalt de hoeveelheid ondersteuning tijdens het fietsen. Het koppel (kracht van de motor) wordt uitgedrukt in Newtonmeters (Nm) en daarbij geldt hoe hoger het aantal Nm, hoe meer ondersteuning de motor kan geven. Fiets je veel bergop, dan kan een krachtige motor (denk aan minimaal 40 Nm) je daar goed bij ondersteunen. Fiets je veel op vlakke wegen, dan kan een motor met minder vermogen (denk aan 10 tot 30 Nm) je nog steeds goed ondersteunen. Houd er rekening mee dat een krachtige motor meer energie vraagt van de accu. Hoe hoger de koppel van een motor, hoe korter de accu energie kan leveren voor de (trap)ondersteuning.

Kies je voor een krachtige(re) motor, dan is deze idealiter gepositioneerd rondom de trapas (middenmotor) of in het achterwiel (achtermotor). De kracht van de motor wordt dan ingezet om je een duwtje in de rug te geven en je vanaf de trapas of het achterwiel te ondersteunen. Dit zorgt voor stabiliteit en geeft je een natuurlijk gevoel van ondersteuning tijdens het fietsen.