Alles over onze historie
De vrouwen van Gazelle
Ze staan vrijwel nooit in de schijnwerpers, maar leveren zowel in het verleden als het heden een belangrijke bijdrage, zij het dat hun rol inmiddels gewijzigd is.
Commissaris van Gazelle
Jo (Johanna Willemina) Kölling
Jo (Johanna Willemina) Kölling, geboren op 22 augustus 1871 in Mallum, is vanaf het ontstaan van Gazelle zijdelings betrokken bij de onderneming van haar broers Willem en (later) Hendrik. Zij was ongehuwd en deelde huis, lief en leed met haar ouders en broers in Dieren.
Vanaf 1915 is ze als vennoot opgenomen in de NV Gazelle Rijwielfabriek v/h Arentsen & Kölling. Van 1955 tot aan haar dood op 13 december 1960 vervult zij de rol van Commissaris. Zij vormde het langst de verbinding tussen de naam Kölling en Gazelle.
'Mej. J.W. Kölling', zoals ze werd genoemd in het personeelsblad Gazelle Klanken, is betrokken bij jubilea en activiteiten (onder andere de NIO -avonden).
In haar in memoriam wordt beschreven dat ze altijd heeft klaargestaan om, waar nodig, de gezinnen die met ons bedrijf verbonden waren, met woord en daad te helpen en steunen.
Naast haar bezigheden rondom Gazelle was Jo bestuurslid van de Willem Kölling kleuterschool en steunde onder andere het Dierens Harmonie Corps in navolging van haar broer Hendrik. Bij bijzondere gelegenheden bracht de Harmonie haar een aubade.
Echtgenote Jan Breukink
Cor van der Kloot Meijburg
Cor (Cornelia Marie Gerarda), hier tijdens het bezoek van prins Bernhard in 1961 met haar drie zonen Gazelle vertegenwoordigend, was de dochter van een grote ondernemer in Dieren en is op 18 oktober 1916 getrouwd met Jan Breukink. Hoewel ze geen formele functie had bij Gazelle, was ze zeer betrokken. Ook na het overlijden van haar man in 1960 blijft haar interesse voor het wel en wee van Gazelle bestaan. Hierdoor ontstond een zeer hechte band tussen haar en met name de reeds oudere en gepensioneerde werknemers. Bij bijzondere gelegenheden, zoals jubilea, liet ze zelden of nooit verstek gaan. Er is vrijwel geen Gazelle Klanken te vinden waarin ze niet wordt genoemd in de dankbetuigingen.
Het verhaal gaat dat ze in de jaren 60 met enige regelmaat het kantoor van één van haar zonen betreedt, waarbij het voor de dan aanwezigen volstrekt duidelijk is dat ze worden geacht het kantoor te verlaten en het gesprek op een ander moment voort te zetten: moeder wenst haar zoon onder vier ogen te spreken.
In haar in memoriam wordt ze beschreven als een unieke persoonlijkheid die, zowel in haar persoonlijke leven als in breder verband, gekenschetst kan worden als een dappere, eerlijke en zorgzame vrouw.
Cor was ook maatschappelijk betrokken. Zo was ze lid van het erecomité van de Dierense Oranje Vereniging, de regionale afdeling van de V.P.R.O. en actief in de plaatselijke Nederlandse Protestantenbond waar de familie ter kerke ging. Als één van de eigenaren van de leerlooierij na het overlijden van haar vader had zij ook een indirecte invloed op dat bedrijf. Haar man Jan Breukink was daar Commissaris en ook nog een periode directeur van de leerlooierij.
De vrouwelijke medewerkers waren destijds sterk in de minderheid. Ze kregen speciale aandacht. Net als voor het jeugdig en leidinggevend personeel werden er aparte uitstapjes, zoals hier in 1961 naar Schiphol, voor hen georganiseerd (in dit geval aangevuld met de afdelingsleiders en directeur G. Breukink met hun dames).
Een kijkje in de keuken van hun man
Excursie huisgenoten
Doel was de huisgenoten een indruk te geven van de plaats waar man, vader of verloofde werkt. Maar ook welke belangrijke schakel hij op die plaats in de Gazelle gemeenschap inneemt. Wil de man op tijd en goed verzorgd op de fabriek komen, dan ligt het erg veel aan de vrouwen of dit inderdaad gebeurt (Gazelle Klanken oktober 1957).